Gisteren was een laaaange dag om de auto naar Barcelonnette te brengen en terug te komen in Ceillac. En ook nog erg stressvol...
We moesten om 11:30 de bus van Barcelonnette naar Gap nemen en aangezien het 1 uur rijden is van Eygaliers naar Barcelonnette besloten we om 9:30 vanaf de camping te vertrekken om zeker voldoende tijd te hebben. Nou hadden we iets meer tijd nodig om te rijden, maar het grootste probleem was een parkeerplaats vinden in Barcelonnette. We konden niet parkeren op de grote parkeerplaats in het centrum omdat daar op zaterdag de markt wordt gehouden en wij hebben vrijdag tot maandag een parkeerplekje nodig. Dus dan maar naar een parkeerplaats aan de oostkant van het centrum....en die was vol. Bovendien was er ook verder geen enkele beweging, dus wachten tot een auto weg zou gaan was geen optie. Vervolgens naar een parkeerterrein bij het ziekenhuis en ook die was vol. Maar daar zagen we wel een auto vertrekken waarna een ander die daar al rondreed meteen dat plekje pakte. Ok, dus misschien moeten we ook even rondrijden...en ja hoor, iemand vertrok en kips, we hadden een parkeerplekje. Een hele krappe, dat dan weer wel. We pakten onze rugzakken en wandelstokken en wilden naar de bushalte lopen toen we zagen dat er nog iemand vertrok, en die liet een aanzienlijk ruimere plek achter. Dus Lupita ging op die plek staan en ik ren terug naar de auto om deze te verplaatsen. Heel mooi, maar nou moeten we echt wel haasten naar de bushalte. En daar aangekomen stond de bus er al en een rij mensen die aan boord gingen. Maar goed, net op tijd dus.
De bus kwam exact om 13 uur in Gap aan en dat is dus 3 minuten te laat voor de 12:57 trein naar Briançon zodat we dus moeten wachten op de bus van 15:25 naar Briançon. Bijna 2.5 uur om in ons neus te peuteren en onze buik te krabben en zo. De wachtkamer van het treinstation heeft geen airconditioning (nieuwe regel van de overheid om energie te besparen) en dus zijn we maar wat blij als uiteindelijk de bus arriveert aangezien de bus dus wel airco heeft. En zo komen we om 17:15 aan op het station van Montdauphin waar we dan weer 1.5 uur moeten wachten op de 18:40 bus naar Ceillac die daar dan om 19:20 aankomt. Nou was het de hele dag zonnig en warm, maar natuurlijk zo aan het einde van de middag ontstaat de onvermijdelijke onweersbui en het begint dus te plenzen ongeveer 10 minuten voordat we in Ceillac aankomen. Gelukkig hadden we op het laatste moment toch nog maar de regenjassen in de rugzak gegooid, en dat is maar goed ook want we moeten in de stromende regen naar onze overnachtingsplek lopen. Maar we zijn er...
En nu is het weer ochtend. Ontbijt zou vanaf 6:30 zijn en dus hebben we het alarm op 6:00 gezet om vroeg te ontbijten en dan de 7:45 gratis bus naar Pied du Mélezet te nemen en dus vroeg te beginnen. We staan om 6:30 voor het restaurant...en alles is donker. We wachten nog 10 minuten, maar nee hoor, niks niet. Dan maar terug naar onze kamer, alles inpakken en met de rugzak weer terug naar het restaurant om te wachten. Het wordt 7:15 en nog altijd geen beweging. Wat gaan we doen? Voor ontbijt wordt het wat laat zo als we de bus van 7:45 willen halen. Lupita stelt voor om het dorp in te lopen om te kijken of er iets open is om ontbijt te krijgen. Net voor 7:30 is ze weer terug: er is een bakker die open is. Bij ons restaurant is nog altijd niks open, hoewel we wel beweging menen te zien. Maar als we de bus willen halen moeten we wel NU weg....en dat doen we dus. We snelwandelen naar de bakker en halen daar 6 chocoladebroodjes en een stokbrood en haasten ons dan naar de bushalte. Ik merk nu dat ik de kamersleutel nog in mijn zak heb. Jammer dan...ik heb gisteravond wel al betaald dus ik voel me niet zo schuldig en dan hadden ze maar het restaurant open moeten gooien op de tijd die ze hadden beloofd.
In Pied du Mélezet gaan we eerst eens op een bankje zitten om onze chocoladebroodjes op te eten voordat we kunnen gaan lopen. Het is een klim van 4 uur naar 2700m (de op één na hoogste pas van de GR5) dus we hebben wel een bodempje nodig. Halverwege de klim ligt Lac Miroir wat een populaire bestemming is voor een dagwandeling en dat is ook te merken aan het pad dat redelijk breed is en niet zo steil. Het klimt in lussen langs de berghelling en door het bos. Eigenlijk een hele prettige klim, en wat veel belangrijker is: geen vliegen. Misschien omdat het gisteravond geregend heeft of zo, maar het is zoooo fijn en rustig om zonder vliegen om je heen te lopen.
In net iets minder dan 2 uur komen we bij Lac Miroir aan en nemen we wat foto's. Normaal zouden we ook stoppen om wat te eten, maar eigenlijk hebben we allebei nog geen trek en besluiten we dat we dan wel stoppen bij het volgende meertje: Lac Ste.Anne, een uur verder lopen. Wanneer ik enigszins toevallig naar mijn voeten kijk valt me op dat van mijn linker schoen het randje van de zool die over de teen gevouwen zit iets begint los te laten. Dat had ik al eerder gezien maar het lijkt alsof dat losse randje iets groter is geworden. Nou heb ik dat al eens eerder gehad en meestal is dat een kwestie van ergens in de komende dagen of weken even vastplakken.
En dus lopen we door waarna ik een paar honderd meter verder ineens struikel. Ik kijk naar beneden en dat de zool van mijn linkerschoen compleet losgekomen is van mijn tenen tot halverwege mijn schoen. Een haagse vloek ligt op mijn lippen, hoe kan dit? Ik ga er bij zitten en staar in ongeloof naar mijn schoen. En wat nu? Terug naar Ceillac? Er is niet zo veel in Ceillac dus mijn schoen daar laten repareren kan ik wel vergeten. Dan moeten we met de bus naar Montdauphin en waarschijnlijk wel naar Briançon, wat niet zo handig is omdat we de auto niet bij de hand hebben. Of lopen we door naar Maljasset omdat dat aan een asfaltweggetje ligt dat uiteindelijk naar Barcelonnette gaat en daar kan ik waarschijnlijk wel mijn schoen laten repareren. Of misschien heeft de hut of gite wel iets om mijn schoen te repareren. Terwijl we de opties nog aan het doornemen zijn komt een ouder Frans echtpaar voorbij en ze kijken ook naar mijn schoen. We leggen uit wat er gebeurd is wat onze opties zijn en ook zij denken dat doorgaan naar Maljasset, indien mogelijk, meer opties biedt dan teruggaan naar Ceillac. Ze wensen ons sterkte en lopen door. Nou is alleen nog het probleem: hoe komen we in Maljasset? Nou heb ik altijd reserveveters bij me en grappig genoeg heb ik die nog nooit gebruikt omdat ik een gebroken veter had. Wel om mijn rugzak tijdelijk te repareren en zelfs een keer als broekriem toen de knoop van mijn broek sprong. En nu dus als schoenreparatie. Ik wikkel de veter 2x om de teen van mijn schoen waarbij ik de veter onder de schoen precies door het profiel laat lopen opdat ik bij het lopen niet echt op de veter sta en deze dus niet zo snel zal slijten. Bovenop de schoen kruis ik de veter en maak 'm vervolgens achter mijn hiel met een strik vast. De zool wordt nu tegen de schoen aangehouden en om het af te maken plak ik sporttape over de rand van de zool om 'm vooral bij de teen goed vast te plakken zodat ik er niet over kan struikelen. Laten we eens kijken of dat werkt. We spreken af dat we proberen naar Lac Ste.Anne te lopen. Als voor die tijd de veter breekt gaan we terug naar Ceillac. Als bij Lac Ste.Anne aangekomen de veter als flinks versleten is ook, en anders gaan we door.
En dus lopen we door. Ik probeer mijn voet zo plat mogelijk neer te zetten en op te tillen dus niet te buigen om verder geen spanning op de zool te zetten. We lopen het bos uit over een hele steile skipiste en we gaan heel langzaam en voorzichtig omhoog. Dichterbij Lac Ste.Anne komen er steeds meer dagwandelaars die vanaf een parkeerplaats links in het dal zijn gekomen. Dat is dus ook nog een optie als de veter het niet houdt: naar de parkeerplaats en kijken of iemand een lift wil geven. Maar we halen het tot het meer en daar aangekomen blijkt bij inspectie de veter nog in prima staat te zijn. Dus we gaan door. Maar nu moeten we wel wat eten; we hebben nog altijd geen trek, waarschijnlijk vanwege de adrenaline van de stress, maar we kunnen niet op een paar slokken water naar Col Girardin lopen. En dus proppen we een mueslibar naar binnen en wat snoeptomaatjes waar ik al een paar dagen mee rondloop. Op naar Col Girardin!
En het is dus een erg rotsige klim, maar verder niet heel moeilijk. Lupita heeft normaalgesproken flink last van de hoogte als we boven de 2100-2200m komen, maar vandaag loopt ze omhoog als een stoomtrein. Laten we dat ook maar op de adrenaline houden dan. En dus komen we best snel op Col Girardin aan, vanaf de voet in net iets minder dan de 4 uur die er volgens het boekje voor stond, ondanks een schoenreparatie onderweg. En nu moeten we wel even rusten en wat eten voordat we weer afdalen. Ik inspecteer mijn schoen en de veter ziet er nog altijd prima uit. Alleen begint de zool op de randen van mijn hak nu ook wat los te laten. Terwijl we zitten te eten komt een Nederlands meisje met een rugzak boven en we herkennen haar van deze ochtend, ze stond ook bij de bakkerij in Ceillac. We praten even wat en ze wenst ons succes met de afdaling en mijn schoen, maar verder is er natuurlijk weinig dat ze kan doen. Nou, één dingetje dan: een foto nemen van ons beiden bij de paal op de col aangezien we maar heel weinig foto's hebben waar we allebei op staan.
De afdaling wordt door velen in online blogs omschreven als vershrikkelijk, steil, gevaarlijkl en eng. Maar eigenlijk vinden wij 'm best lekker. Wederom in haarspeldbochten naar beneden en niet zo steil of moeilijk. Na het eerste dalende stuk komen we op een weide uit waar het oudere Franse echtpaar zit te lunchen. Ze vragen of het gelukt is met mijn zool en ik leg uit wat ik met een veter heb gedaan. Ze roepen tot ziens in Maljasset en wij vervolgen onze weg. Er zit 1 vervelend steil passage in om naar een weide iets lager te dalen en dan gaat het weer lekker naar beneden. Maar volgens alle verhalen begint de horror en de ellende pas na de splitsing van GR5 en de directe route naar Maljasset. Dus daar aangekomen bekijken we de situatie. De rechstreekse weg ziet er makkelijk uit, maar dat schijnt dus bedriegelijk te zijn omdat hij verderop steil wordt langs een puinhelling. Misschien geen goed idee als je maar een halve zool hebt. De GR5 zelf die naar La Barge gaat loopt als balkonpad iets omhoog omvervolgens langs een uitstekende rots te gaan. Het ziet er wel indrukwekkend uit en ik snap dat er mensen zijn die dat niet zo zien zitten, maar zelfs ik met mijn hoogtevrees op een keukentrapje durf dit wel aan. Sterker nog, eenmaal op het pad stelt het niks voor. Ja, het pad is smal en tegen de berghelling aangeplakt, maar dat is een kwestie van ogen op het pad houden en niet het dal in staren. Die uitstekende rotspunt waar je omheen moet is een stukje van 5 meter en je hebt niet eens je handen nodig om er voorbij te komen. Dat is in ieder geval een opluchting, want we hadden ons van te voren wel wat zorgen gemaakt om deze afdaling. Eigenlijk is het laatste stuk naar La Barge nog het vervelendst omdat het steil en rotsig is en we gewoon moe zijn.
Je hebt geen idee hoe blij we zijn als we bij La Barge op het asfalt staan. Nu is het nog een kilometer langs het asfalt naar Maljasset, maar dat doe ik desnoods op mijn teenslippers als het moet (ja, ik heb slippers bij me voor in de hutten). We komen dus bij onze overnachting aan en leggen uit wat het probleem is. Onderweg besefte ik ineens dat ik in de auto natuurlijk gewoon mijn "normale" schoenen heb liggen en dat zijn uiteindelijk ook wandelschoenen. Ok, het zijn lichte AB schoenen, maar voor de resterende 2 dagen moet dat kunnen. Dus idealiter vind ik vervoer op en neer naar Barcelonnette zodat ik schoenen kan wisselen. Ik vraag de eigenaresse van de gite of ze kan helpen om bv een taxi te vinden die me heen en weer kan rijden. Dat kan ze wel, maar ze waarschuwt dat dat wel eens een dure grap kan worden, mogelijk meer dan 100 euro. Dus ze begint allerlei alternatieven te bedenken middels liften naar Barcelonnette en dan deels terug met de auto waarna haar zoon ons oppikt en terugbrengt. Dat klinkt allemaal erg ingewikkeld en hoe ingewikkelder des te meer er fout kan gaan....dus doe maar een taxi. Dan komt één van de andere gasten tussenbeide en hij biedt aan om me nu meteen op en neer naar Barcelonnette te rijden aangezien hij hier toch is met de auto. Wauw, dat is nog eens een aanbod! We spreken af dat we alle spullen op onze kamer leggen (en even een douche nemen zodat we niet stinkend in zijn auto hoeven te zitten) en dan om 16 uur vertrekken we. En dat doen we, onze reddende engel heet David en komt uit Marseille en rijdt ons in een uur naar onze auto. Ik trek mijn dagelijkse schoenen onder de voorstoel vandaan en wissel ze om voor mijn gesneuvelde wandelschoenen en we rijden weer terug. Om 18 uur zijn we weer in Maljasset en David had ons al verteld dat we echt niks hoeven te geven, maar we weten hem er toch van te overtuigen dat we hem iets geven voor op zijn minst de benzine. En dan hebben we nu nog 1 uur om te relaxen voor het dinner. Het was best een stressvolle dag zo.
|
|
|