Châtenois - Ribeauvillé
maandag 22 mei 2017
1140 km
Afstand (km) 22 km
Afstand (tijd) 7 uur
Stijging / Daling 0m / 0m
Verhard / Onverhard 20% / 80%
Landschap
Weer 27° 2 Bft

Na het dramatisch slechte 2016 gaat het nu een stuk beter en we besluiten de draad weer op te pakken in Châtenois. Nadat we in 2 dagen rustig naar Ribeauvillé zijn gereden (met een tussenstop in Luxemburg om een goede vriend te bezoeken) genieten we op de zondag nog van een welverdiende rust.
Maar maandag is het dan zover.... nog onwennig staan we op tijd op om uiteindelijk toch te moeten haasten naar de bus. Die komt precies op tijd en in minder dan een half uur staan we in Séléstat waar we dan weer 25 minuten moeten wachten op onze aansluiting naar Châtenois. Daar aangekomen zoeken we even de lokale bakker op voor ontbijt deel 2 om dan op weg te gaan.
Zoals ons al eerder was overkomen gaat het meteen vanuit het dorp omhoog en aangezien het ook behoorlijk warm is (en we slecht getraind zijn) staat het zweet al overal voordat we nog bij de zoom van het bos zijn aangekomen. Daarna is gaat het steeds maar rustig klimmend omhoog en dat bevalt ons wel. Enigszins plotseling staan we bij Montagne des Singes waar we een korte pauze houden. Totdat iemand een grasmaaier aanzet en vrouwlief begint te niezen en proesten: ze is al jaren allergisch voor grassen.
Dan maar weer door. Het blijft rustig klimmen totdat we de D159 oversteken. Over beter gezegd, 2x oversteken. Want eerst snijden we steil een lange haarspeldbocht af om weer de weg over te steken. Daarna gaat het in een strakke bijna recht lijn omhoog, en nu is het wél steil. Twee haarspeldbochten brengen daar geen verandering in en kletsnat van het zweet komen we bij het kasteel Haut Koeningsbourg uit waar 2 cola wat verkoeling moeten brengen.
Het is gelukkig een doordeweekse dag en niet echt toeristenseizoen, dus de drukte valt mee zodat we nog wat foto's kunnen schieten terwijl we onderlangs het kasteel lopen. Het pad begint nu weer te dalen en lekker in de schaduw lopen we naar Thannenkirch. Ondanks dat hier behoorlijk veel faciliteiten zijn kost het ons wat moeite om in hotel Le Clos des Sources iets te drinken te krijgen, maar de aanhouder wint. Het is nu behoorlijk warm en windstil en het terras ligt in de zon, dus echt afkoelen is er niet bij.
We lopen het dorpje weer uit en het begint natuurlijk meteen weer te klimmen. En gezien de flinke heuvelrug die voor ons ligt wordt het dus ook een flinke klim. Maar we komen boven, om tot de ontdekking te komen dat het pad vervolgens langs de graat blijft klimmen. We hadden het kunnen weten: we moeten naar een kasteelruine (Haute Ribeapierre) en kasteelruines geven altijd hopeloos steile klimmen. En gevolgd door hopeloos steile afdalingen.
Net als de afdaling naar Châtenois is ook de afdaling naar Ribeauvillé steil, rotsig en vol boomwortels. We vorderen dus maar langzaam en ondanks de mooie uitzichten is het eigenlijk het vervelendste stuk van de dag. Maar we komen heelhuids beneden en moeten dan nog 1.5 km door het stadje naar de camping. Onderweg wordt nog even een ijsje meegepikt, dat hebben we wel verdiend (vinden we zelf).













Klik voor grotere kaart